Normaal bent u van ons gewend dat ieder kwartaal de “nieuwe” Tempo Doeloe verschijnt. Dit keer doen we het iets anders. Als lid van het streekhistorisch centrum Slagharen ontvangt men ieder kwartaal “DE POSTHOORN” een blaadje met veel historische gegevens uit Slagharen en omstreken. In de editie van maart 2020 stond een mooi interview met Roelof Lamberink die ook heel lang donateur is geweest van onze stichting. Met toestemming van de schrijver en de familie plaatsen wij dit interview op onze website. De Tempo Doeloe van Roelof Lamberink die, geheel toevallig, gepland stond. verplaatsen wij naar een later tijdstip maar houdt u zeker van ons tegoed. Voor nu, veel leesplezier
75 jaar bevrijding
Interview met Roelof Lamberink over de vergeten oorlog in Indonesië.
Roelof is geboren in 1927 in een boerengezin van 11 kinderen, 8 jongens en 3 meisjes. Roelof is de 4e van het gezin. Hij is geboren in Oud-Lutten, in wat ze het Zandgat noemen. Op de boerderij, waar Roelof opgroeide met al zijn broers en zusters en ouders, was er ook een ongetrouwde oom, die kleermaker was. Men had het in die tijd niet breed. Vanaf zijn 7e jaar ging Roelof naar de Gereformeerde lagere school te Lutten en na de lagere school zou Roelof boer worden. Zijn oudste broers hadden geen interesse om de boerderij over te nemen en 2 broers zijn geëmigreerd naar Canada, zodat Roelof uiteindelijk na de lagere school boer zou worden.
Op zijn 13e brak de Tweede Wereldoorlog uit. In 1947 moest Roelof zijn dienstplicht vervullen. Na 5 maanden opleiding in Assen werd hij uitgezonden naar Nederlands-Indië. Met het schip de SS Groote Beer, waarop 1500 mededienstplichtigen zaten, kwam Roelof bij de Infanterie in Oost-Borneo terecht. Zij kregen daar de taak van de BPM (Bataafse Petroleum Maatschappij) om de wegen te beschermen, zodat de olie veilig in de havens kwam. De compagnie, waar Roelof bij zat, bestond uit ongeveer 100 man. Tijdens de diensttijd kwamen ze regelmatig in aanraking met mensen van de guerrillabeweging, die samen optrokken met de Japanners en vochten voor een onafhankelijk Indonesië. Leden van die guerrillabeweging waren slecht bewapend, maar ze deden desondanks wel afschuwelijke dingen, zoals onder andere overvallen op konvooien. De plaatselijke bevolking was wel op de hand van de Nederlandse militairen. Roelof zelf heeft tijdens deze periode geen nare dingen meegemaakt, maar hoorde wel via een briefing dat er verschillende Nederlandse militairen waren omgekomen.
Na anderhalf jaar werd de compagnie waar Roelof bijzat overgeplaatst naar Zuid-Borneo, waar ze zwaarder werden bewapend. Hier werd het wel echt spannend. Er vonden hevige gevechten plaats. Men had hier dezelfde taak van de BPM, namelijk om de 250 kilometer lange weg te beschermen. Over deze weg werd de olie getransporteerd naar de havens. Roelof maakte onderdeel uit van een konvooi van 30 man, welke op patrouille ging. Tijdens deze patrouille kwamen ze in aanraking met een groep opstandelingen, die zo uit het oerwoud kwam. Maar zij zagen dat de korporaal en zijn manschappen zwaar bewapend was met automatische wapens en kozen eieren voor hun geld, zodat het uiteindelijk met een sisser afliep.
Op Oost-Java zijn ongeveer 6000 Nederlandse militairen samen met de KNIL-militairen omgekomen. Na de overgave van Nederland in 1950, is Roelof nog ongeveer 3 maanden op Oost-Java gebleven voordat ze terug konden naar Nederland. Deze periode heeft het leven gevormd van Roelof, door kameraadschappen en vriendschappen met andere mensen van andere geloven en levensbeschouwingen. Je moest het samen doen. Dat was heel anders in Oud-Lutten waar Roelof in een beschermde wereld was opgegroeid. Later terug in Nederland was Roelof geweldig voor samenwerking.
Terug in Nederland pakte Roelof, samen met zijn broer Albert, het boerenleven weer op, op de boerderij in ’t Zandgat. In 1959 trouwde Roelof met Hillie Kuiper en kocht een boerderij (van de familie Hans) aan wat tegenwoordig de Lutteresweg is. De boerderij van het ouderlijk huis werd verdeeld tussen Roelof en Albert, maar de samenwerking bleef altijd goed. Roelof en Hillie kregen 2 kinderen: Jan en Herma, maar die hadden uiteindelijk geen interesse om de boerderij over te nemen. Roelof en zijn vrouw zijn altijd op de boerderij blijven werken. Na een hartinfarct in 1995 is Roelof gestopt met het houden van melkvee en moest hij het rustiger aan doen. Zijn vrouw overleed in 2012. Hij hield veel van lezen en van geschiedenis. Op de laptop werd Indië weer in kaart gebracht.
Vanaf 1990 ging hij altijd naar de veteranendag in Assen om zijn dienstkameraden te ontmoeten en samen herinneringen op te halen. Deze dag vond eens in de twee jaar plaats. In 2018 is hij hier nog voor het laatst naar toe geweest, samen met zoon Jan en een oude dienstmakker. Ook de jaarlijkse herdenkingen bij het Indiëmonument (15 augustus) werden nooit overgeslagen.
Eind 2018 werd Roelof erg ziek. Hij kwam in het ziekenhuis terecht met allerlei klachten, maar hij knapte weer op en ging weer op zijn oude stekkie wonen. Roelof redde zich met thuiszorg, de familie en goede buren goed. Het was Roelof zijn uitdrukkelijke wens om weer thuis te zijn. Op 16 augustus 2019 overleed hij op 92-jarige leeftijd. Op de begrafenis brachten de oude sobats nog een laatste eregroet.
Dit interview het ik opgenomen in mei 2019. Roelof was toen nog in redelijke gezondheid. Ik heb hem verteld dat ik dit zou publiceren in het maartnummer van 2020 van De Posthoorn. Dit omdat het samenvalt met de 75-jarige bevrijding en ook de herdenking van Nederlands-Indië.
Kort na dit interview is Roelof Lamberink op 92-jarige leeftijd overleden.
Vriendelijke groeten A.J. Nijeboer
Waarnemend voorzitter streekmuseum Het Oale Meestershuus